Richting de Bitcoin Standaard (deel 1)

Geld, doekoe, keiharde knaken. Of je het nou als de wortel van al het kwaad of de grote drijfveer van ontwikkeling ziet, geld beheerst alles om ons heen. Maar veel Bitcoiners geloven dat ons huidige geldsysteem niet meer werkt en dat Bitcoin een beter geldalternatief is; we moeten richting de Bitcoin Standaard. In dit eerste deel van het tweeluik 'Richting de Bitcoin Standaard' zetten we uiteen wat geld eigenlijk is en waarom goud eeuwenlang de standaard was voor ons geld. In deel 2 zal gekeken worden naar fiduciair geld en Bitcoin.

Wat is geld?

Heel simpel gezegd, is geld een middel dat indirecte ruil teweegbrengt. Aan directe ruil - de ruil tussen twee goederen en/of diensten - kleven namelijk verschillende problemen. Twee goederen kunnen bijvoorbeeld in waarde verschillen, waardoor directe ruil niet ‘eerlijk’ is. Als de twee partijen echter akkoord gaan met een ander middel dat de betaling faciliteert van een goed en een markt is het eens over de waarde van dit middel, dan noemen we dat geld. Zo kan de ontvanger van het geld weer andere goederen en diensten kopen. 

Geld is dus een ruilmiddel, een rekeneenheid en object dat een zekere waarde vasthoudt. In de geschiedenis werden verschillende objecten als geld gebruikt, zoals vee, graan, stenen, schelpen en zand. Wat de één beter geschikt maakte dan de andere zijn de kenmerken van duurzaamheid, overdraagbaarheid, deelbaarheid, schaarste en aanvaardbaarheid.

Duurzaamheid verwijst naar het vermogen van geld om slijtage te weerstaan, terwijl draagbaarheid gemakkelijk vervoer mogelijk maakt. Overdraagbaarheid betekent dat geld in kleinere eenheden kan worden verdeeld, en deelbaarheid betekent dat alle eenheden van een bepaalde denominatie onderling uitwisselbaar zijn. Schaarste is een ander belangrijk kenmerk van geld, omdat het ervoor zorgt dat er niet te veel geld in de omloop komt waardoor de waarde opeens vermindert. Aanvaardbaarheid verwijst naar het feit dat het geld algemeen aanvaard wordt als betaalmiddel. 

Goud

Goud voldoet goed aan deze kenmerken. Het was daarom eeuwenlang, in grote delen van de wereld, het belangrijkste betaalmiddel. De geschiedenis van goud als betaalmiddel gaat terug tot de oudheid. De Romeinen sloegen hun eigen goud stukken en de Arabische wereld had de eigen dinar. De stadstaten Florence, Genua en Venetië introduceerden in de 13e eeuw ook hun eigen gouden munten, waarvan de Venetiaanse dukaat eeuwenlang een gangbaar betaalmiddel bleef. 

Een nadeel was dat gouden munten vermengd werden met andere stoffen. Dit gebeurde wanneer muntenmakers besloten om gouden munten te vermengen met goedkopere metalen, zoals zilver of koper, om de hoeveelheid goud in de munt te verhogen en zo meer winst te maken. Dit leidde tot onzekerheid en wantrouwen over de werkelijke waarde van gouden munten.

Deze praktijk was zo wijdverbreid dat er specifieke wetten werden ingesteld om het tegen te gaan. In veel landen was het verboden om gouden munten te vermengen en er werden straffen opgelegd voor degenen die betrapt werden op het vervalsen van munten. Ook werden er specifieke technieken ontwikkeld om te detecteren of een munt echt goud bevatte of niet.

De gouden standaard

Ondanks het vermengingsprobleem, bleef goud het populairste betaalmiddel. Andere middelen konden simpelweg niet op tegen de monetaire eigenschappen van goud. Goud(stukken) bleven lang direct een betaalmiddel.

In de 19e eeuw werd echter internationaal de gouden standaard ingevoerd, wat inhield in dat de waarde van papieren geld gelijkgesteld werd aan een hoeveelheid goud. Dit betekende dat elke bankbiljet of munt die werd uitgegeven, werd gedekt door een gelijke hoeveelheid goud in de kluizen van de centrale bank. Landen die de gouden standaard aannamen, hielden goudreserves aan ter waarde van hun papieren geld. 

Het voordeel van een gouden standaard als monetair systeem is dat overheden gedwongen worden om rationeel financieel beleid te voeren. Ze hebben immers geen controle over de creatie van geld; het goud in de kluis is de basis. 

Maar de overgang naar de gouden standaard was echter niet zonder problemen. Veel landen hadden moeite om voldoende goudreserves aan te houden om hun papieren geld te dekken. Dit leidde tot een situatie waarin er te weinig goud was om aan de vraag te voldoen, waardoor de waarde van het papieren geld steeg. Dit maakte exportproducten duurder en leidde tot een afname van de export. Tijdens economische crises, was er juist vaak een grote vraag naar goud, waardoor de waarde van het papieren geld daalde.

De gouden standaard bleef aan tot 1971, toen de Amerikaanse president Nixon eenzijdig een einde maakte aan het monetaire systeem.


De onderwerpen die in het artikel worden behandeld zijn uiteraard vele malen complexer. Dit artikel probeert enkel een beeld te schetsen van de geschiedenis van ons geld. Zie voor een vollediger beeld het boek The Bitcoin Standard: The Decentralized Alternative to Central Banking van Saifedean Ammous, waar dit artikel door is geïnspireerd.


Belangrijke thema’s in dit artikel. Klik op een thema en ontdek meer.