VBNL & Privacy First aan Eerste Kamer: Behandel AMLD5 wetsvoorstellen zorgvuldig!
Op dinsdag 3 maart bespreekt de Eerste Kamer hoe ze verder gaat met de wetsvoorstellen met betrekking tot de Nederlandse implementatie van de Europese anti-witwas richtlijn AMLD5. De Verenigde Bitcoinbedrijven Nederland (VBNL) en stichting Privacy First roepen de commissie Financiën op om bij de nu geplande voorlichtings-aanvraag aan de Raad van State alle drie de samenhangende wetsvoorstellen te betrekken, zodat de Eerste Kamer zich gedegen kan informeren over de rechtmatigheid en proportionaliteit.
De Nederlandse implementatie van de Europese anti-witwas richtlijn AMLD5 had eigenlijk al op 10 januari actief moeten worden. Die datum werd niet gehaald en als gevolg heeft de Europese Commissie Nederland gerappelleerd. Er lijkt nu haast geboden.
De Verenigde Bitcoinbedrijven Nederland (VBNL) en stichting Privacy First dringen bij de Kamercommissie aan op een zorgvuldige behandeling. Zij adviseren in een gezamenlijke brief om bij de nu geplande voorlichtings-aanvraag bij de Raad van State over de privacy van uiteindelijk belanghebbenden (UBO's) alle drie de samenhangende wetsvoorstellen te betrekken en tegelijkertijd te vragen of de Raad van State vindt dat op goede manier gehoor is gegeven aan haar eerdere wetgevingsadviezen.
Het ministerie van Financiën pleit echter voor een andere aanpak. Onder druk van de Europese Commissie stelt zij voor de wetsvoorstellen niet langer in samenhang te behandelen, maar voor twee van de drie wetten over te gaan op een afzonderlijke en 'voortvarende' behandeling en invoering.
VBNL & Privacy First wijzen op de samenhang van de wetten
De VBNL en Privacy First raden de Eerste Kamer aan bij de voorlichtingsaanvraag de nauwe verwevenheid van de drie wetten niet uit het zicht te verliezen. In hun brief wijzen zij erop dat in de andere twee wetsvoorstellen ook zelfstandige bepalingen over UBO's staan die tot aparte registratie en verstrekking van UBO-gegevens leidt.
"Wij raden daarom met klem aan om de voorlichting van de Raad van State zich uit te laten strekken tot alle drie de wetten. Zo wordt de rechtmatigheid en proportionaliteit van de behandeling van klant- en UBO-gegevens voor alle drie de wetten afzonderlijk, alsook in de juiste samenhang beoordeeld." - brief VBNL & Privacy First aan de Eerste Kamer
Privacy First en VBNL adviseren de Eerste Kamer daarnaast om voor alle drie de wetten aan de Raad van State de vraag te stellen of in het wetgevingstraject op een passende manier is omgegaan met de eerdere adviezen van de Raad van State zelf. De belangenorganisaties betwijfelen sterk of dit het geval is.
Uit gelekte brieven van toezichthouder DNB in december vorig jaar bleek namelijk dat op hun aandringen vergaande vergunningsregels uit de strenge Wet Financieel Toezicht (Wft) aan de nieuwe Implementatiewet gewijzigde vierde anti-witwas richtlijn zijn toegevoegd. Een onafhankelijke juridische analyse concludeerde bovendien dat in de huidige wetstekst sprake is van een verkapt vergunningsstelsel met toegevoegde eisen, ook al is het woord 'vergunning' erin vervangen met 'registratie'.
Zo'n verkapte vergunning staat haaks op het advies van de Raad van State. Zij gaven aan dat de geplande registratieplicht voor cryptobedrijven géén vergunningstelsel mag zijn:
"Dat bij de diensten een verhoogd risico van witwassen en terrorismefinanciering bestaat, en dat dat samenhangt met de anonimiteit van de diensten, zoals de toelichting vermeldt (zie noot 10) kan dan ook geen rechtvaardiging zijn voor het voorgestelde vergunningstelsel... "
"Dat DNB en AFM geadviseerd hebben, zoals in de toelichting wordt vermeld, een vergunningenstelsel in te voeren omdat het bijdraagt aan de effectiviteit en uitvoering van het toezicht, maakt naar het oordeel van de Afdeling nog niet dat de maatregel proportioneel is ten opzichte van de lasten die dat meebrengt voor de dienstverleners. (zie noot 12)." - Advies Raad van State, 3 juni 2019
Ook over de nog openstaande nadere regels van het voorgenomen Implementatiebesluit bij de gewijzigde vierde Implementatiewet bestaan nog aanzienlijke zorgen over privacy and proportionaliteit. Dat is ook verwoord in een aparte brief en bijlage die eerder door de VBNL aan Tweede en Eerste Kamer zijn gestuurd.
Haastige spoed is zelden goed
In hun bericht naar de Eerste Kamer onderstrepen beide belangenorganisaties het belang van een zorgvuldige behandeling van de AMLD5 wetsvoorstellen. Over het voorstel van het Ministerie tot afzonderlijke en voortvarende afhandeling van twee van de drie wetsvoorstellen zijn ze niet te spreken. Dit zou afbreuk doen aan de zorgvuldige en integrale beoordeling die passend is bij deze voorstellen.
Een gehaaste en individuele behandeling zou bovendien tot een soortgelijke situatie kunnen leiden als bij het Systeem Risico Indicatie (SyRI) het geval was, stellen de belangenorganisaties. Daarover oordeelde de rechter onlangs dat het in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het systeem, dat gegevens uit verschillende databases met elkaar verbindt, leidt volgens de rechter tot een disproportionele schending van privacy.
Op dinsdag 3 maart zal moeten blijken of de adviezen van VBNL en Privacy First worden opgevolgd.
Over welke drie wetten gaat het eigenlijk?
-
De Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden (UBO's): Deze wet regelt de opzet van een zogeheten UBO-register dat de persoonsgegevens bevat van eigenaren van allerlei bedrijven en organisaties en doet in de Eerste Kamer het meeste stof opwaaien. Vanuit ondernemersvereniging VNO-NCW is bezorgd gereageerd of hierbij de privacy van de geregistreerden voldoende is beschermd. Daarnaast zijn er gedetailleerde inhoudelijke vragen.
-
De Implementatiewet gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn: Hierover stelde de Eerste Kamer fundamentele vragen. Uit gelekte brieven van toezichthouder DNB is in december vorig jaar duidelijk geworden dat het ministerie van Financien op aandringen van DNB vergaande vergunningsregels uit de strenge Wet Financieel Toezicht (Wft) aan de nieuwe wet heeft toegevoegd. Tot op dit moment blijft het echter onduidelijk of deze aanscherping nu wel of niet in strijd is met het advies van de Raad van State en de Europese richtlijn zelf.
-
De wet verwijzingsportaal bankgegevens: Deze wet zorgt ervoor dat opsporingsdiensten en belastingdiensten tenminste de bank- en betaalrekeninginformatie van klanten van banken kunnen opvragen. In de Nederlandse invoeringsvariant worden er echter meer klant en UBO-gegevens opgevraagd en worden meer overheidsorganisaties op het systeem aangesloten dan de Richtlijn voorschrijft. De Eerste Kamer heeft hierover geen aanvullende informatievragen gesteld. Dit is opmerkelijk gezien de recente uitspraak van de rechter over de onrechtmatigheid van een vergelijkbaar systeem als het Systeem Risico Indicatie (SyRI).
Klik hier om de brief te lezen die VBNL en Privacy First naar de Eerste Kamer hebben gestuurd.
Voor het advies van de Raad van State klik hier.