Eerste Kamer stemt voor nieuwe regelgeving, invoering binnenkort

Op 21 april 2020 nam de Eerste Kamer de Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn aan. Binnenkort zullen er daarom andere regels in Nederland gelden voor aanbieders van virtuele valuta. Dat heeft ook consequenties voor consumenten. De nieuwe regelgeving zou al eerder worden ingevoerd maar werd vanwege Kamervragen steeds uitgesteld. Nu de kamer heeft ingestemd met de wet is de verwachting dat de nieuwe regels misschien over enkele dagen al ingaan.

Vanaf het moment dat de nieuwe wet actief wordt moeten bitcoinbedrijven zich registreren bij De Nederlandsche Bank (DNB) en zijn ze wettelijk verplicht om de identiteit van nieuwe en bestaande klanten uitvoerig te verifiëren en transacties te monitoren op verdachte activiteit. De regelgeving heeft als doel om witwaspraktijken en financiering van terrorisme tegen te gaan.

Voor consumenten betekent het nieuwe drempels en minder privacy, omdat zij voortaan meer persoonlijke informatie moeten prijsgeven en hun identiteit via hun identiteitsbewijs moeten verifiëren.

Voor ondernemers is het een kostbare lastenverzwaring die niet overal met open armen werd ontvangen. Vanuit de industrie was nadrukkelijk de zorg geuit dat de eisen in de praktijk verder gaan dan de Europese richtlijn en een kostbaar toezichtregime zou ontstaan. De kosten van toezicht zouden voor bitcoinbedrijven zelfs hoger uitvallen dan voor creditcardmaatschappijen en trustkantoren. Sommige Nederlandse bitcoinbedrijven zagen zich erdoor genoodzaakt hun virtuele deuren te sluiten of zich elders te vestigen.

Minister Hoekstra van Financiën verduidelijkte tijdens de behandeling van de wet op 21 april echter dat dit niet het geval zou zijn. Hij gaf aan dat er een registratie komt zoals de Europese richtlijn dat beoogde.

"Registreren doe je, en een vergunning wordt aan je verleend. Dat is gewoon echt wat anders. De lat ligt daar ook op een ander niveau.", aldus de minister. Over de toezichtkosten gaf hij aan: "Dat zal proportioneel zijn en dat zal echt veel lager zijn dan die €34.000." - Minister van Financiën Hoekstra, CDA

Voor Bitonic zijn hiermee twee belangrijke hoofdpunten van zorg opgehelderd. We blijven nauwgezet volgen hoe de uitwerking in de praktijk plaatsvindt, maar het risico van een overmatig nationaal toezichtregime lijkt in elk geval uit de lucht. Zodra de wet in werking treedt passen wij onze systemen en procedures aan op de nieuwe wettelijke eisen. Een precieze datum is op dit moment nog niet bekend, maar naar verwachting kan de wet over enkele dagen al ingaan.

Criminaliteit en terrorisme

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer bleek opnieuw dat er veel zorgen zijn over het mogelijke gebruik van digitale valuta voor illegale of criminele doeleinden.

Helaas blijken deze zorgen vooralsnog weinig berust op concrete informatie. Zowel het kabinet als Kamerleden gaven aan geen inschatting te kunnen maken over de grootte van de problematiek en de proportionaliteit van de wet, omdat relevante onderzoeken en cijfers erover ontbreken. Ondanks de verbazing die verschillende Kamerleden hierover uitspraken kreeg een motie van Fractie-Otten om de proportionaliteit van de wet te toetsen voordat deze in werking treedt geen steun van de andere partijen.

"Witwassen is een groot probleem en moet bestreden worden. Daar waren wij ook al voor dit debat van overtuigd. Maar de vraag is hoe groot het probleem is met betrekking tot cryptovaluta. Daarover had ik een specifieke vraag gesteld. Hierop kan de minister eigenlijk nog steeds geen antwoord geven. Hij verwijst naar een aantal onderzoeken, die ongetwijfeld degelijk zullen zijn geweest. Maar hij kan daarbij geen percentages noemen en ook kan hij de bandbreedte niet noemen." - Van Apeldoorn, SP

Alleen dhr. Otten van Fractie-Otten leek op de hoogte van de diverse relevante internationale onderzoeken, waarvan een deel een ander en meer genuanceerd beeld schetst. Bijvoorbeeld dat betrekkelijk weinig bitcointransacties naar exchanges iets met criminaliteit te maken hebben of onderzoek dat aangeeft dat anonimiseringstechnieken meestal niet gebruikt worden voor illegale doeleinden. Dat ligt misschien ook wel voor de hand, want de ongeveer half miljoen Nederlanders die volgens onderzoek van KANTAR/TNS-NIPO digitale valuta bezitten zijn natuurlijk niet allemaal criminelen of terroristen maar vooral gewone burgers.

Bovendien stellen sommige onderzoeken dat digitale valuta nauwelijks wordt gebruikt voor de financiering van terrorisme en dat de huidige angsten daaromtrent op dit moment waarschijnlijk overtrokken zijn. Dat er nauwelijks bewijs is dat terroristen digitale valuta zoals bitcoin gebruiken wordt ook beaamd door het Nederlandse International Centre for Counter-Terrorism (ICCT). Hackers en andere cybercriminelen weten bovendien steeds minder grote bedragen buit te maken.

Minister Hoekstra gaf aan te hopen binnenkort wel over meer concrete informatie te beschikken waarmee de proportionaliteit van de wet geëvalueerd kan worden. In de eerste instantie wacht hij de nationale risicoanalyse van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) af, maar als dat onvoldoende specifiek alle vragen beantwoordt zal de minister aanvullende vragen bij het WODC neerleggen. Het WODC voert wetenschappelijk onderzoek uit voor Justitie en Veiligheid.

"Het WODC was al bezig en het komt binnenkort met een antwoord. Als dat antwoord niet voldoet, dan zal het kabinet onverwijld verzoeken om hier nog meer vlees op de botten te krijgen." - Minister van Financien Hoekstra, CDA


Belangrijke thema’s in dit artikel. Klik op een thema en ontdek meer.